INTRODUCTIE GEDACHTEN UITPLUIZEN
Sinds een tijd ben ik geabonneerd op de nieuwsbrief van 'Gedachten Uitpluizen' die om de zoveel weken uitkomt. Op 29 mei 2011 kwam nummer 76 (pdf) binnenrollen met daarin een interessante studie. Voordat ik daar op inga, wil ik eerst wat meer zeggen over 'gedachten uitpluizen'. In de nieuwsbrief vond ik deze doelstelling:

"De Stichting Cognitie en Psychose stelt zich tot doel om kennis
over cognitieve aspecten van de psychose en kennis en
vaardigheden van cognitieve gedragstherapie bij psychose en
bij mensen met een ‘at risk mental state’ te verspreiden onder
hulpverleners, mensen die een verhoogd risico op psychose
lopen, patiënten en andere betrokken..."

Vanwege het diep-gewortelde geloof in het medisch-model binnen de psychiatrie ben ik erg argwanend voor dit soort initiatieven. De argwaan mag er echter ook niet toe leiden dat iedere vorm van bestudering van manieren van denken bij mensen die 'psychotisch' worden bij voorbaat moet worden afgewezen.

Psychose Anders (een geestelijke benadering) stelt zich immers ook ten doel om alternatieven aan te reiken voor medicijngebruik, waarbij de geestelijke krachten kunnen worden aangewend om beter inzicht te verwerven over de redenen voor een mogelijke psychose. Buiten de mogelijkheden die er zijn op het terrein van spiritualiteit, noëtiek, religie en bewustzijnsverkenning zou het onverstandig zijn om categoriaal alle westerse psychologie buiten te sluiten vanwege mogelijke besmetting met het 'medisch model-hersenziekte-denken'.

ARME IK en SLECHTE IK
In nummer 76 van Gedachten Uitpluizen (die je alleen al zou willen lezen vanwege de humoristische plaatjes erin, waarvan ik er maar meteen eentje hier overneem) wordt een studie aangehaald van Morris et al. (2011)

Ik probeer de ziekelijke termen wat te vermijden door niet te praten over 'paranoia', maar meer over een bepaalde overheersende gedachtenlijnen die storend kunnen zijn. Bovendien baseer ik me alleen op de tekst uit de nieuwsbrief, en dan ook nog eens op een losse manier.

In het onderzoek wordt gesproken over de zogenaamde 'Arme Ik'-benadering. Deze gedachtenlijn kenmerkt zich vooral door het idee dat andere mensen je onterecht en onverdiend behandelen. "Dit heb ik niet verdiend, wat oneerlijk toch" lijkt overheersend te zijn.

Bij de 'Slechte Ik'-benadering is het overheersende gevoel dat het niet meer dan terecht is dat mensen je slecht behandelen: de persoon heeft het verdiend.

MEDITATIE EN ZACHTE AUTO-MUTILATIE
Je kunt je voorstellen dat beide benaderingen niet echt optimaal zijn voor je zelfbeeld. Het lijkt me dan ook zaak om je zo snel mogelijk bewust te worden van deze benaderingsstijlen zodat je ze op een of andere manier kunt gaan aanpakken. Je kunt hierbij misschien een meditatieve weg bewandelen, waarbij je je afstemt op de vraag waar deze overheersende negatieve gedachtenstijl  vandaan komt.

Een wat meer primitieve benadering die ook zijn vruchten kan afwerpen is de auto-mutilatie-methode, maar dan wel de extreem milde variant ervan. Zodra je merkt dat je weer eens aan het zwelgen bent in gedachten als "Arme ik, wat heb ik toch een pech in mijn leven, wat zijn de mensen toch wreed en wat hebben ze het allemaal op mij gemunt", dat je dan jezelf een flinke mep geeft op de bovenzijde van je hand.

Het onbewuste registreert dan pijn en probeert automatisch deze pijn te voorkomen door de stimulus te voorkomen. Als je het maar vaak genoeg doet dan heb je de kans dat je niet eens meer bepaalde gedachte durft te denken uit angst voor de pijnprikkel. Een effectieve manier om van de 'arme-ik'-gedachtenzuiger af te komen.

De meditatie en de zachte auto-mutilatie zijn geen tips van Gedachten Uitpluizen en al helemaal niet van Morris en zijn collega's. Zij vonden dat mensen met een 'arme-ik'-benadering meer last zouden hebben van grootheidswanen, terwijl 'slechte-ik'-denkers zich meer schaamden en depressief waren. Deze laatste groep zou ook vooral in hun jeugd veel te maken hebben gehad met erg opdringerige en bemoeizuchtige ouders. Voor meer over hun werk kun je terecht in de nieuwsbrief.

Als je iets herkent of iets wilt delen n.a.v. dit artikeltje voel je vrij je reactie hieronder te plaatsen. Zie ook: Paranoïde Psychose is soms zo Gek nog niet (2009)

bron:
Morris E, Milner P, Trower P, Peters E (2011). Clinical
Presentation and early care relationships in 'poor-me'
and 'bad-me' paranoia. British Journal of Clinical
Psychology, 50, 211-216.